
In onze alledaagse opvoeding, voor jong en oud, worden we er vaak op gewezen, mensen niet in hokjes te plaatsen. Iedereen is gelijk, met op hoofdlijn allemaal dezelfde rechten en plichten. Afwijkingen zijn er legio. Volgens mij is de mens het meest heterogene zoogdier dat op onze aarde rondloopt. Geen stereotypering dus, maar “vrijheid, GELIJKHEID, en broederschap”.
Natuurlijk is de dagelijkse praktijk anders. Het mooiste voorbeeld dat ik heb, komt uit de jaren 80. Mijn zwager had vier mooie posters met verschillende types: “de kakker”, “de disco”, “de punker ” en “de new-waver” . Herkenbaar aan de bij die cultuur passende kledingstijl. Volgens mij voor iedereen die de jaren 80 heeft meegemaakt een herkenbaar fenomeen.
In deze tijd is er nog steeds een onderscheid te maken. Veel pluriformer dan in de jaren 80 volgens mij. Het aantal te onderscheiden doelgroepen is bijna oneindig. Liberalisme gecombineerd met alle vormen van vrijheden maakt dat met name in de westerse wereld een eigen identiteit voorop staat. En toch, toch zoeken al die individuen stiekem weer naar een soort van groepsgevoel. Een sociale samenhang waar er ondanks die individuele identiteit, iets ontstaat waarin groepsvorming en dus hokjes-denken weer prima past.
Het hokjes denken is dus eigenlijk nooit weggeweest. Vooral marketing en reclamebureaus maken hier dankbaar gebruik van. Het aanspreken van doelgroepen om je product te kunnen slijten. Van de Apple fanaat tot de Android aanhanger. Van voetbal supporter tot hockey aanhanger. En zo kunnen we oneindig doorgaan. Een mooi voorbeeld vormt de woningbouw. In de crisis zijn vele nieuwe concepten ontwikkeld. In veel van deze concepten staat de individuele wens centraal. Consument gericht bouwen met een mooi woord. In de projectmatige woningbouw gaat dat consumentgerichte vooral om de indeling en buitenkant. Het basisconcept van de woning blijft onveranderd. Maar de keuze vrijheden zijn enorm. En toch, toch richten deze concepten zich allemaal ook op een indeling van onze inwoners in doelgroepen. De gekleurde mens.
Met gekleurd wordt niet onze huidskleur bedoeld. Nee, we hebben onszelf ingedeeld in rode, blauwe, groene en gele mensen. De ene doelgroep gaat meer voor sociaal en samenzijn. De andere is vooral op status gericht. En ga zo maar door. We hebben door het aanwenden van de vier kleuren op basis van een aantal gemeenschappelijke wensen en kenmerken ineens weer de mensen in hokjes gedouwd. Natuurlijk niet met harde grenzen. En binnen die 4 hoofdkleuren zijn er natuurlijk alle mogelijke gradaties en grensgevallen.
En zo zijn we weer terug in de hokjes. Overigens ook in de HRM-wereld. We typeren verschillende werknemers en weten dat in een (project-)organisatie het wenselijk is om de nodige diversiteit te hebben. Juist die diversiteit schept stabiliteit en zorgt voor evenwicht. Dat dit hokjes denken het proces en resultaat verbeterd als je daar in je organisatie van bedrijf of project rekening mee houdt, ben ik van overtuigd geraakt. Van belang is dan wel dat je met een beetje zelfkennis ook weet in welk hokje je jezelf moet plaatsen. Juist die zelfkennis helpt om je eigen zwakten te onderkennen en in de vorm van andere personen die zwakten te compenseren omdat juist die andere personen jouw zwakte juist weer als kernkwaliteit hebben. Dit besef van je zelf en elkaar maakt alles een goed geolied team dat tot ongekende hoogte dingen voor elkaar kan brengen.
Maar helaas is die zelfkennis niet altijd aanwezig, of is de verantwoordelijke voor aansturing van proces en organisatie niet objectief in staat een evenwichtig team te bouwen. Vaak zijn dat mensen die zichzelf een andere kleur toebedenken dan ze eigenlijk zijn. Omdat die andere kleur meer aanzien heeft, status geeft of omdat je eigen kleur als zwakte wordt gezien. Onzin natuurlijk maar volgens mij herkent iedereen dit wel.
Als je weet wat je eigen kleur is en met zelfkennis en zelfkritiek tot deze conclusie bent gekomen, kun je ook beter de anderen beoordelen op kwaliteit, kunde en kernkwaliteiten. Zeker als je daarbij de nodige omgevingssensitiviteit en inlevingsvermogen hebt. Je kunnen inleven in de andere kleur zo maar te zeggen. Je weet welke eigenschappen en kwaliteiten bij die andere kleuren horen, met respect voor je eigenkleur en die andere kleuren. Dan ben je een beetje een regenboog geworden en daarmee in staat het beste team te smeden om je doelen te bereiken. Kortom dan ben je blij een regenboog te zijn.
Tot de volgende blog. Met een vriendelijke groet en een fijne week toegewenst
Eric-Jan de Haan
NB: bron foto is een recente linked inn discussie